
Hoewel … de dag begon thans grijs.

Zoals gisteren afgesproken stond het ontbijt klaar om 8u. Aangezien ik niet de hele boel weer moest inpakken omdat ik hier straks nog eens overnacht ben ik pas opgestaan om 7u30. Mezelf snel opgefrist, de motor terug voorzien van de GPS en alles klaargezet om na het ontbijt sito presto erin te vliegen. Toen ik buitenkwam zag het maar ferm grijs maar de gastvrouw stelde me gerust: It was the same yesterday and look how that day turned out … Ook waar, als er iets is wat ik geleerd heb in mijn verblijf is het wel dat het weer hier sneller kan veranderen dan dat je tot 3 kan tellen.
Met frisse moed aan het ontbijt, weeral dik in orde hier. Hier ga ik niet vertrekken met een baksteen op de maag.

Dit wordt een typische B&B beleving trouwens, de tafel staat gedekt voor 3. Ik begin alvast aan het ontbijt nadat de gastvrouw me getoast brood gebracht heeft en ben bijna klaar wanneer de 2 vrouwen van gisterenavond ook aanschuiven. Bien dormi ? On dors toujours bien en Ecosse. Ah ,het is duidelijk niet hun eerste keer. Ze zijn de tel kwijt maar houden bij een keer of 8, zo bevalt het hen hier. Ik moet trouwens wat rechtzetten want ze waren niet van de Ardennen maar van Frankrijk. Wel heel kort tegen Chimay maar juist is juist. Frankrijk dus. De mannen bleven thuis bij de beesten, de kinderen waren al het huis uit, en zij gingen de zwier op. Groot gelijk. We waren het er over eens dat het hier zo zalig stil is ‘s nachts (meestal toch) en gingen verder in op de reisplannen. Toen ze mij vroegen hoeveel km ik zou afleggen en ik 240 antwoordde vroegen ze of ik dan nergens stopte. Toch wel maar ik ben hier om te rijden he. Zij waren hier vooral om te wandelen. Ik niet in dat motorpak. Ik wenste hen nog een fijne dag en ging naar de gastvrouw, die had intussen haar dochter opgetrommeld om haar te leren werken met het ”bakske”. Ik had nl gisteren al gevraagd of ik kon betalen maar ze had er nog nooit mee gewerkt dus had ze de hulplijn ingeschakeld. Na 2 pogingen toch gelukt terwijl ze naarstig het proces zat te documenteren voor in de toekomst.
En route ! Vanuit Breakish rij ik over de A87 richting Sligachan waar een oud brugje de lokale bezienswaardigheid is. Het hele verhaal bespaar ik je, het heeft wel met elven te maken die later ook nog eens terugkomen, maar het water dat onder de brug stroomt zou betoverd zijn. Ik neem het aan voor waar en ga het niet uitproberen, er wachten nog vele kilometers op me.

Over die kilometers trouwens, de onvermijdelijke stukjes met gravel en velgenbrekende ”potholes” daargelaten, die waren zaaaaaalig. Mooie asfalt, mooie langgerekte bochten die aan de toegelaten maximumsnelheid (en daarboven heb ik van horen zeggen) konden genomen worden. Een echte droom om op rond te toeren, the Isle of Skye.
(Ik veeg even de kwijl van het toetsenbord)
Op naar Portree, blikje werpen op de haven daar, nog altijd over die prachtige A87. Ik ga er enkel even af om hogere grond op te zoeken om het beest nog eens op de foto te zetten, kom ik daar toch geen ietwat schattiger beest tegen zeker.


Net binnen Portree ga ik toch nog maar eens de tank voldoen, je weet het hier niet waar en wanneer je nog eens kan tanken. Dat er een tankstation bij de POI’s staat op de gps is lang geen garantie in Schotland. Ik ga betalen en doe nog even een goede daad door als vertaler te fungeren voor Franse toeristen wiens band van de huurauto stilletjes afloopt. Ze twijfelden of ze 2,5 bar of psi erin moesten pompen, dat laatste zou niet veel uithalen. Op naar de haven !





Het gaat verder over de A855 richting Loch Fada, ik noem het een anderhalf track, niet breed genoeg om een tweebaansweg genoemd te worden en te breed voor een echte single track. Met de motor hoef je niet echt de passeerpunten te gebruiken maar ik doe het toch, uit beleefdheid. Zo ben ik nu eenmaal … soms. Ik heb gelezen dat je vanop de rand van Loch Fada een zicht hebt op de Old Man of Storr, een nogal puntachtige rots die goed opvalt. Voorheen had de rotsformatie een andere naam die verwees naar een geslachtsorgaan maar dat lag toeristisch gezien niet zo goed voor gezinnen met kinderen. Je kan het je al inbeelden: Papa, waar gaan we nu naartoe ? Zwijg. Poef … weg gezelligheid.
Ik neem de proef op de som en rij naar Loch Fada, ik ga nu ook maar eerlijkheidshalve toegeven dat ik het niet zag zitten om 1,5u te hiken naar het echte uitkijkpunt. Het is intussen al weer 16 graden. Lazy me.


Alvast mijn excuses aan de ouders van de leerlingen van Meester Koen die mogelijks de url van deze blog in hun agenda hebben meegekregen en nu een ongemakkelijk gesprek aan het voeren zijn.
Next stop, Kid Rock Kilt Rock, of dat dacht ik toch. Aan een mooi tempo rij ik door naar de plek waarvan ik vandaag één van de hoogste verwachtingen had. Onderweg stop ik nog aan An Leth-Allt, ik zie er veel auto’s staan dus ik denk, daar moet wat te zien zijn. Oordeel vooral zelf.


Op naar Kilt Rock nu ! Helaas zie ik al van ver dat er iets scheelt aan de inrit van enige parking die toegang geeft tot deze bezienswaardigheid. Het staat vol met hekken en kegeltjes. In tegenstelling tot eerder is er nu geen doorkomen aan, Herashekken sluiten de boel hermetisch af, wat een afknapper seg. Voor wie toch eens wil loeren wat Kilt Rock is adviseer ik deze link .
Ik heb gelukkig nog wat achter de hand. Online en ook de laatste dagen in gesprekken heb ik het advies gekregen om ook Quaraing te bezoeken (mijn grote dank aan de tipgevers). Quaraing kan je het best omschrijven als het resultaat van een landverschuiving. Eigenlijk hoort er ook een wandeling bij van 5 à 7 km maar om eerder genoemde redenen waag ik me er niet aan. Ik hou het bij de uitzichten lekker kort bij de parking.
Onderweg van de parking word ik aangesproken door een ietwat zotte reisleidster, ze vertelt me dat er ene klaarstaat om te springen … Ik denk het ergste en aan mijn reactie merkt ze dat ik het mis begrepen heb. Neenee, hij heeft een parachute aan. Oef. Ik wandel verder en geniet van deze zichten.








Dat maakt alvast de onbeschikbaarheid van Kilt Rock voor een stuk goed. Er is vandaag ook een prijs uit te delen voor de ”Pechvogel van de dag”. Herinner je je de voorgenoemde man met de parachute oftewel paraglider? De hele tijd dat ik stond foto’s te nemen stond hij te wachten op een zuchtje wind met rond hem supporterende toeristen. Ik denk dat hij niet wou teleurstellen en ondanks de mindere omstandigheden het er toch op ging wagen met dit als gevolg.
Geen zorgen, hij raakte stil voor de vrije val van vele, vele, vele meters en zijne maat stond al klaar om hem te helpen. Geen extra bijstand nodig.

Na dit spektakelstuk (paraglider + Quaraing) op naar iets feeërieker, letterlijk. Fairy Glenn. Na alle groot geweld van bergen in Schotland is het tijd voor een soort miniatuurlandschap. Wederom door slechte bewegwijzering rij ik te ver en stop even op een parking om Google Maps erop na te slaan, een echtpaar uit Sussex spreekt me aan terwijl ze in hun ”campervan” thee aan het drinken zijn, ze onderhouden wel hun stereotiepen, dat geef ik ze na. Ik neem nog even een foto van de baai waarin nu het schip aangemeerd ligt dat toen ik omhoog reed in een soort van drift zich keerde om zo langs de kade te komen en vervolg de juiste weg deze keer. Ken Block zaliger was deze captain zijn grote voorbeeld denk ik.

Na geparkeerd te hebben volg ik het pad dat initieel lichtjes op en af gaat, na een tijdje wordt de klim pittig maar ik heb gelezen dat het maar 800 meter is. De motorjas heb ik wijselijk in de koffer gestoken, die is nu toch leeg omdat ik mijn bagage in de B&B heb gelaten. Het is warm genoeg en ik trek mijn buff over mijn hoofd om de lichte transpiratie op te vangen, straks maar uitwassen of de reserve nemen. Uiteindelijk kom ik op het hoogtepunt van Fairy Glenn, het lijkt inderdaad of hier feetjes bezig geweest zijn. Moet geweldig zijn voor de kleinsten onder ons maar ik kan het ook appreciëren.






Terug op de parking spreekt een oud vrouwtje met een tas thee in de hand uit Wessex me aan. That’s a big machine. Yes it is, and it’s capable too, even more than i am antwoord ik. Oh stop it zegt ze plagerig. Ze vraagt me vanwaar ik kom en wat ik hier doe. Ik doe weer de hele uitleg, nog altijd met plezier, het blijft plezant als mensen interesse tonen, nietwaar ? Ik neem zo beleefd mogelijk afscheid want ik moet er weer snel vandoor. Terwijl ik vertrek hoor ik tegen haar vriendin in de camper zeggen, he came from Belgium. What, on that thing? hoor ik haar nog antwoorden. Ik denk dat ze niet kon vatten dat iemand reist met iets waar je geen thee in kan zetten.
Via de single track rij ik terug naar de hoofdweg en zet koers naar Dunvegan Castle, by god, when in Scotland I will visit a Castle (that’s not in decay). Ik begin al zonder na te denken in het Engels te denken begot, net zoals ik intussen het initiële mantra van ”links rijden, links rijden, links rijden” ook al helemaal niet meer nodig heb. Het is een tweede natuur geworden en ik vind van mezelf dat ik linkser rij dan de Britten zelf. Toch maar oppassen, hoogmoed komt voor de val zegt men.
Van Fairy Glenn tot Dunvegan is het 40 minuten rijden maar gelukkig is dit grotendeels over A-klasse wegen. Het gas gaat erop en de locals zien al snel mijn achterlicht verdwijnen in de verte. Het is bijna 15u en ik wil niet weer voor een gesloten kasteel komen te staan.
Intussen is er wel een goestingske opgekomen en ik stop een kilometer of wat voor Dunvegan Castle nog even aan een ”Deli”. Binnen bestel ik een koffie en een brownie en neem nog snel iets in de shop. Om mee te nemen aub want ik sta fout geparkeerd voor de deur omdat ik geen zin had om alles weer weg te steken om binnen 5 minuten weer te vertrekken.
Die 5 minuten werden heel wat langer want de Schot die ik binnen aan een tafeltje had zien zitten in ”Leathers” met BMW kleuren kwam naar buiten toen ik net de brownie had opgesmikkeld, de koffie had opgedronken en me klaarmaakte om weer te vertrekken. Hello zei ie, gevolgd door, do you know they charge 300 quid for a room per night here? Dat alles in het Schots zo belegen als ne boterham met ne halve pot Nutella tussen. Echt sappig. Ik zweer het je, hij leek op de jongere wijlen Sir Sean Connery ten tijde van ”The Hunt for The Red October”. Hij reed ook op een GS want, zo claimde hij, de wegen in ”Ed-in-brrrruhhh” waren ”shitroads” en dat was de enige moto waar je daar mee rondgeraakt. Mate, I’m from Belgium, WE have shitroads, you have nothing on us. Hij kon erin komen want 20 jaar geleden was ie eens in Nederland, toch kort bij België en dat waren ook echte shitroads. Hem in zijn wijsheid latend neem ik afscheid en hij herhaalt nog eens, 300 quid, they’re flipping mad, for 300 quid i sleep in Dunvegan Castle. Speaking off, I’m off.



16 quid to visit the Castle & Gardens, seems fair. Ik ga binnen en struin kort door de tuin. De tijd is flink opgeschoten en voor in binnenga passeer ik nog rap langs het toilet. De putten in de weg ernaartoe hebben wat losgemaakt, daar moet ik vanaf.
Ik ga het kasteel binnen en word om het toegangsbewijs gevraagd, de selfiestick in het oog houdend zegt de receptioniste nog: No flashes ! Geen probleem, er zit geen flits op.
Ik loop het kasteel door dat trouwens nog bewoond is door nazaten van de Clan die het gebouwd heeft en daardoor niet volledig opengesteld is. Privé is privé maar er is genoeg te zien. De kamers zijn indrukwekkend ingericht en geven een goed idee van de grandeur van vroegere tijden. De souvenirshop loop ik snel rond zodat ik de bordjes exit weer kan volgen. Ik zie nog net een deur die openstaat en naar buiten leidt naar de achterkant van het kasteel vanwaar ik over de wallen nog een zeehond zie die met een stel kanoërs lijkt te dollen (of zijn territorium aan het bewaken is).












Intussen is er al zoveel tijd verstreken dat ik zeker ben dat ik mijn laatste twee stops vandaag niet meer voor sluitingstijd zal bereiken. Talisker Distillery en de iets verder gelegen The Oyster Shed (niet te verwarren met de Blue Oyster Bar) zullen dicht zijn maar ik wil er geweest zijn dus het wordt weer gassen over A-klasse wegen, het leven kan toch mooi zijn, simpele geneugten zijn de beste, rijden dus.
Effectief 5 minuten na sluitingstijd (maar 3 minuten eerder dan de gps initieel aangaf) kom ik aan bij Talisker Distillery in Carbost. Nog snel naar de shop gelopen maar 17u is 17u. Op dat vlak zijn ze wel strikt hier. Nog wat fotootjes nemen voor de kennissen die whiskyliefhebber zijn en ik kan door naar de Oyster Shed, niets meer dan een krakkemikkige setting waar het beste wat de zee te bieden heeft je in fastfood bakjes voorgeschoteld wordt. Hier had ik gehoopt het avondmaal te nuttigen maar het is me niet gegund. Het slot hangt al op de poort van de hal.








Ik besluit om maar terug richting B&B te rijden en onderweg te bekijken waar ik ga eten, buiten het ontbijt en de brownie is er nog niets ingegaan vandaag en ik voel het wel. Alles wat ik tegenkom heeft ofwel een lege of een bomvolle parking. In het eerste geval zal het niet open zijn of niet goed, in het tweede geval te lang wachten. Ik rij tot ik bijna terug aan de B&B ben en komt weer langs het restaurant van gisteren … waarom niet denk ik. Ik parkeer me en terwijl ik naar de deur ga komt er een opgedraaide kerel buiten met een styrofoam bakje vol eten en begint tegen me te fulmineren dat ik niet naar binnen moet gaan omdat het eten op niks trekt en si en la. Ga heen dacht ik bij mezelf, ik ben hier gisteren geweest, das hier dik in orde. Volgens mij had em k*k tussen z’n tanden. Je denkt zo’n dingen in Schotland, je spreekt ze niet uit, dat in ”unbecoming”.
Ik ga binnen en krijg een tafeltje toegewezen, ik bespeur een accentje bij de garçon van vandaag en vraag of hij toevallig van Spanje is. Dat klopt zegt ie, op vakantie in Schotland blijven plakken, niet meer weggeraakt. I love it here met een vettig Schots accent volgt. Ik bestel de surf & turf en hij knikt goedkeurend. It’s really good meat. Niet veel later …

Onderaan ligt een entrecote om U tegen te zeggen. Ook dit is weer niet normaal goed.
Voldaan rij ik terug naar de B&B en begin aan de avondbezigheid nl het schrijven van dit artikel na een deugddoende douche. Ik merk op dat ik redelijk ver doorheen mijn t-shirts zit en doe nog snel wat was, dank je voor het wasdoekje schat, en hang het nog even te drogen. A l’improviste want de gastheer en -vrouw zijn niet thuis om het gebruik van hun waslijn te vragen. MacGyver is er niks tegen.

Nog wat sfeerfoto’s omdat het kan.




































































