Watte ? Nog even geduld, daar komen we nog aan.
Het is 21u40 en na een weldoende maaltijd en een wandeling terug van het restaurant heb ik even in gedachten de dag overlopen en alles op een rij gezet. Het bleek een dag die het best omschreven kan worden als ”a mixed bag of feelings”.
Het begon deze morgen om 7u30 toen de wekker afging en ik na een ronduit slechte nachtrust moest opstaan. De laatste dagen was ik al goed gewend geraakt aan absolute stilte ‘s nachts maar afgelopen nacht vond de automatische luchtververser op het einde van de gang het een geweldig idee om elke 15 minuten een luide ”pfffffssschtttt” te genereren. Hoewel ik normaal gezien vast slaap was dit het geluid dat erin slaagde me geregeld wakker te doen schieten. Mja, om daar nu iemand voor wakker te bellen om op te lossen was ook een brug te ver.
Zoals ik al de gehele tijd doe met het schrijven van dit reisverslag had ik de avond ervoren alles ingetokkeld, foto’s toegevoegd en opgeslaan. ‘s Morgens lees ik het nog eens snel na en publiceer ik het. Deze ochtend ging het net iets anders … Na nog een paar kleine wijzigingen vooraan in het artikel blijkt dat ik een een oudere versie aan het werken ben waar nog een aantal alinea’s in ontbreken en ik kan niet terug. K*k, herschrijven dan maar dat laatste stuk. Mijn humeur was al top …
Ik pak mijn eerste tas in en breng deze naar de motor, het is 8u15 en wat voelt het warm. Het is verdekke al 15 graden ! Ik kijk rond me, en nog eens, tja, ik zit nog altijd in Schotland, raar. Dat wollen onderpak heeft goed dienst gedaan de laatste tijd maar nu kan het wel in de bagage, de belofte van goed weer wordt precies waargemaakt. ‘s Avonds meldt het Brits meteorologisch instituut dat vandaag de hoogste temperatuur in de Highlands werd gemeten, yup, daar was ik bij. 20°C meneer !
Ik begeef me naar de lobby van het hotel en vraag waar het ontbijt genuttigd kan worden. Just through that door, sir. And that door and that door apparently :). De uitgestalde tafel oogt simpel. ”Is het dat?” denk ik bij mezelf (een mens raakt rap gewend aan de verwenning) en pak alvast een croissant, confituur, boter, yoghurt, kersensap en een koffie en ga zitten. Zodra ik zit staat de serveerster langs me en vraagt wat ik graag als ontbijt wil hebben. Ik wijs naar wat ik net gehaald heb en kijk verdwaasd. Ze wijst me op het blad op tafel waar je uit legio dingen kan kiezen die in de keuken nog extra voor je gemaakt kunnen worden. Ooooohhh.
Ik kies dan maar voor roerei met gerookte zalm, nog niet gehad hier, dat zal smaken. Terwijl ik daarop wacht steek ik rap 2 sneden brood in de toastfabriek, ik kan het niet anders omschrijven met die transportband. Energetisch gezien niet de beste optie maar dat zal mij worst wezen, ik betaal hier de factuur niet.
Ik moet toegeven, damn good breakfast. Deze jongen kan er even tegen.
Ik ga terug naar mijn kamer en pak de rest in en laad de boel in de transportbakken. Damn, het gaat er niet meer in. De rechterbak is onderaan wat smaller en ik had de tablet te vroeg in de tas gestoken, herorganiseren dan maar. Twee locals kijken geamuseerd toe en vragen hoe mijn trip totnogtoe geweest is. Maar eventjes een praatje geslaan en het ging onvermijdelijk ook weer over de recent overleden motorrijder en over de verdomde campers op hun wegen, helaas.
Ik start de boel en ga op weg omstreeks 9u30, op naar Gairloch beach. Blijkbaar was ik er gisteren al eens voorbij gereden maar net als zovele bezienswaardigheden in Schotland staat het mirakel slecht of niet aangegeven. Voor wie Gairloch beach ooit wil bezoeken, je rijdt de parking van de lokale golfclub op en zoekt het padje op een 30 meter rechts van het clubhuis, dat volgen en je komt op het strand uit. Ik heb grootse plannen vandaag dus ondanks het zomerse weer ga ik snel terug richting parking. Leuk detail, je komt ook nog eens langs het lokale kerkhof waar het gras groener dan elders is.
Welke slimme die reddingsboei zo ver van het water geplaceerd heeft weet ik niet maar als je die afstand door het mulle zand moet crossen om em te halen als er iemand in de problemen zit … enfin je weet wel.
Volgende stop: Victoria falls, ik ga toch nog een waterval(letje) te zien krijgen deze trip. Ik heb mijn research gedaan deze keer en er is een pad ! Het gas erop en niet veel later draai ik een gravelweggetje op en kom op een totaal lege parkeerplaats. Tiens, het bord zei toch dat het hier was ? Op die parking kom je trouwens geen enkele aanwijzing tegen welke richting het uit is, dan maar af op het geluid van kletterend water, ja, zo dichtbij was het.
De temperatuur is intussen weer een paar graden opgelopen en ik denk aan de tussenseizoenshandschoenen die nog in de topkoffer liggen. Snel wisselen !
Ik vertrek terug en dat voelt veel beter aan de pollekes sè, fijn zo. Ik volg de A832 langs Loch Maree tot aan het Bein Eighe bergmassief en draai de parking op. Een hele hoop campers staan daar ferm in de weg maar ik vind toch een plek. Daar zet ik een stukje van het massief op de foto. Ik wandel terug naar de moto en zie weer bekende gezichten, jawel, het Nederlandse echtpaar waar ik nog al eens een praatje mee geslaan heb. Volgende keer ene trakteren hè grap ik. Ja, dan doen we een bakkie grapt de man terug. Zalig. Gek hè hoe iedereen op vakantie sympathiek is :D.
Heel imposant maar eerlijk, heel de highlands zijn imposant. Ik spring weer op het ros en knal ervandoor. Ik wuif een snellere Zwitser op de motor voorbij maar begin later ook weer in het ritme te komen en kom snel weer dichterbij, ik volg hem op gezonde afstand tot ik het bordje Torridon zie verschijnen, hopla in de ankers en rechtsaf met die handel. Die reflex komt voort uit mij idee ‘s middags iets in de Torridon Inn te kunnen gaan eten. Dus had ik Torridon ook op mijn route had gezet maar in het najagen van de Zwitser bijna uit het ook verloren. Aangezien het nog geen 12u was en ik toch wel heel goed had ontbeten heb ik enkel een moment genomen om dit plaatje vast te leggen.
Het moet gezegd, de wegen zijn er hard op vooruitgegaan sinds het Noorden en nodigen uit om te rijden, rijden en nog eens rijden dus op naar Shieldaig, een dorpje aan je raadt het nooit … Loch Shieldaig. Het is middag en misschien moet ik toch maar eens kijken voor een knabbelke. Ik stop aan het Tigh an Eilean hotel waarlangs een Bar/Coastal Kitchen ligt. Ik ben benieuwd. Ik stap binnen en vraag of ze iets kleins te eten hebben, hmmm, niet echt. Er staan wel asperges op de kaart, dat is ook de eerste keer dat ik dat in Schotland zie ma soit. Ik besluit het bij de koffie te houden, ik ga deze avond wel iets binnensteken. Ik zet me buiten aan een picknicktafel met het idee weer snel weg te zijn maar raak aan de praat met een Belgisch koppel dat met de mobilhome een maand rondtrekt in Schotland. We hebben het onder andere over de Bealach na Bà die bij mij later vandaag op de planning staat. Ze denken die met de mobilhome te doen hoewel dat sterk ontraden wordt voor zover ik gehoord heb o.w.v zeer strakke bochten en gradiënten tot 20%. Zij doen em vandaag niet dus ik zit safe, oef :).
Mixed bag .. remember ? Het volgende stuk weg van Shieldaig tot Applecross kwam ik heel lang niemand tegen en de rit was overweldigend mooi. De gedachten dwaalden af naar hoe mooi het leven kan zijn, hoe geweldig dat het was dat ik hier kan zijn maar ook naar de minder plezante kanten van het leven zoals de geliefden die we hebben moeten afgeven. Dat laatste is trouwens ook een motivatie om hier nu te zijn en niet te zeggen, later zal ik ooit eens… Laten we zeggen dat ik er even een krop van in de keel kreeg en een korte pauze heb ingelast om het allemaal even te laten bezinken. Waar beter dan hier ?
Verderop in Applecross ben ik even gestopt voor ”ne goeie cola” lekker fris op ijs en om de geheugenkaart en batterij van de camera te vervangen want het volgende stuk van de rondtocht moet gewoon gefilmd worden … in zijn geheel. Op het terras ontmoet ik een Duitser die met de motor net van de pass komt afgedraaid. Ik vraag hem in mijn beste Duits hoe technisch die is en dat valt volgens hem best wel mee. Hij komt hier trouwens 2 keer per jaar naartoe om in Schotland te toeren. Ellendige gepensioneerde, stikjaloers ben ik.
De Bealach na Bà oftewel Pass of the Cattle, dit rund gaat em doen. Deze route werd vroeger gebruikt om het vee over te drijven vanuit Applecross naar andere delen van de Highlands, respect voor die boeren nu ik weet waar het over gaat. Hier kijk ik al naar uit van de dag dat ik me in de NC500 aan het verdiepen was. Het summum van deze tocht en ook onmiddellijk het einde van mijn NC500. Ook dat is dubbel want normaliter start je en eindig je in Inverness maar ik buig straks af naar The Isle of Skye. Het is een compromis want hoewel ik een hele tijd in Schotland ben met je soms kiezen. Intussen betrekt de lucht echter en koelt het wat af, maar snel vertrekken voor ik misschien regen in mijne nek krijg.
Ik voeg hier wat screenshots van het filmpje in, zo krijg je al een indruk. De volledige oversteek vind je onderaan deze pagina in 360° videoformaat.
Ik verlaat de Bealach na Bà met een onverklaarbaar groot euforisch gevoel, met de blijdschap van een klein kind. Ik zou zeggen, probeer em eens en laat me weten wat jij er aan overhoudt.
Na deze Iconische route ga ik de andere kant uit als dat de bekende NC500 bewegwijzering aanwijst en tuf ik naar Plockton Harbour om even te bekomen en te genieten van het zicht in Plokton Harbour.
Wat een weer vandaag, buiten op de Bealach na Bà is er geen zuchtje wind en is het aangenaam warm. De jas kan zelfs halfopen blijven staan tijdens het rijden, dat geeft frissere oksels. Ik kar verder naar Kyle of Lochalsh, het dorp vlak voor de brug naar the Isle of Skye. Ik stop even op de parking om te bellen met het thuisfront en over de dag te vertellen. Ik heb niet overal een (goed) signaal maar in de centra valt het meestal wel mee. Ik sta geparkeerd langs een oude (denk oud en doe dan 2 keer zo oud) Honda Transalp. De eigenaar is klaar om te vertrekken maar wanneer hij me ziet doet hij zijn helm terug af. Zo motards ondereen, das iets. Het is een Welshman die Leon heet en die terug richting thuis aan het rijden is. Vies chance gehad vertelde hij … Een fazant was vol vanvoor op zijn motor gegaan en had stukken gemaakt aan de lichten en nog erger, zijn voorvork. De fanzantenveren hingen nog op zijn motor. Met een bushfix (veel plakband) had hij het terug in orde gekregen en hij liet dit zien door zijn voorvork in te duwen maar meer dan ne nokia 3210 dik leek die toch niet meer weg te kunnen veren. Ik zei em toch maar voorzichtig te zijn. Komt goed zei hij want binnen 3 maanden ging em naar Noorwegen. 130 000 miles already zei hij fier, das idd niet min. Allez, drive safe hé.
Ik rij de brug over naar the Isle of Skye en ga nog snel kijken naar Caisteal Maol, nog een kasteel dat zijne beste tijd gehad heeft. Daarna kijk ik achterom en zie de brug die ik net overgereden ben in al zijn glorie.
Van hieruit ga ik op zoek naar de B&B die ik voor de twee komende nachten geboekt heb. Na eerst in de kleinste straatjes rondgedraaid te hebben, ik weet niet meer hoe ik dat ooit in de gps heb geklopt, een behulpzame Schot gevonden die me op de juiste weg zette. 5 minuutjes later draai ik de oprit in en parkeer ik netjes waar het hoort. De gastvrouw komt me begroeten en zegt dat ik gerust de motor aan het raam van mijn kamer mag zetten, leuk.
Terwijl ik mijn tassen binnendraag stoppen er 2 vrouwen in een wagen. Ze melden zich aan bij de gastvrouw en afgaande op het accent gok ik dat het Franstaligen zijn. In het terug buitengaan groet ik hen met ”bonjour” en ze kijken verrast. Zij zijn van de Ardennen en ook op rondtocht met een gehuurde wagen.
Ik vraag waar ik het best kan gaan eten en ze wijst me op een restaurant dat pas van eigenaar veranderd is. De vorige eigenaars hadden het ”begaaid” maar nu was het terug in orde. The Claymore wordt het dan maar. Ik douche me snel en kleed me om, het restaurant is maar een goede kilometer verder en ik wil te voet gaan, een welkome afwisseling tegenover in het pak moeten eten omdat het te ver is om te wandelen. De gastvrouw vraagt me bij het buitengaan een paar kopies van het menu mee te brengen en hun telefoonnummer te vragen want dat vindt ze nergens. Will do.
Met frisse moed naar het restaurant. Van ver lijkt het niet open te zijn want er staan geen auto’s. Ik stap flink door en zie het bordje dat de parking achterom is. Aan de voordeur gekomen hangt er zelfs op dat ze alle dagen open zijn en dat ze geen reservaties aanvaarden, walk-in only.
De tent zat goed vol maar er zijn nog een paar plaatsen. Ik krijg er eentje toegewezen en e menukaart volgt snel. Ik bestel een ginger beer, smaakte de vorige keer ook goed, tesamen met een seafood platter for one. Dat gaat smaken. Iets later komen ook de twee Waalse vrouwen binnen, bonjour de nouveau. Na rustig mijn schoteltje opgepeuzeld te hebben blijkt ik nog zin te hebben in een dessertje, ik heb eraan toegegeven …
Dit was echt top en bevestigt mijn stelling die ik gisteren poneerde aan de kok van het hotel. Food in the west is the best.
Ik vraag nog de kopieën voor de gastvrouw maar een telefoonnummer krijg ik niet vast omdat ze toch geen reservaties aannemen, logisch. Ik zal de boodschap overbrengen, bedankt.
Voldaan maak ik de wandeling terug, omzichtig voorbij het waterlek lopend zodat de voorbijrijdende auto’s mijn niet ”volspreddelen”. Onderweg komt ik precies ne zwerm midges tegen, net dat wat ik hoopte te vermijden. Morgenvroeg eens vragen of die er al zijn, die vermaledijde midges.
Zijnoot: ik heb geen risico genomen deze keer en 325 keer opgeslaan en om het helemaal veilig te stellen publiceer ik het onmiddellijk 😜.
Goede nacht !
De volledige oversteek van de Bealach na Bà in 360°
Nog extra sfeerbeelden: