Niet het bijvoeglijk naamwoord maar de plaatsnaam van het doel van vandaag.
Het is alweer bijna 22u en na een verkwikkende douche aanschouw ik de schade van de dag … nu ja schade, tis te zeggen, een modderige broek en dito botten, 3 platte batterijen van de camera en een haast lege smartphone.
Maar laat ik beginnen bij het begin. Vandaag omstreeks half acht opgestaan na een super nachtrust en beginnen inpakken. Toen ik de kamer uitkwam in Armadale House stond er een leuk ontbijt te wachten, leuk in die zin dat het niet zo copieus was als de laatste ontbijten, een welkome afwisseling.
Ontbijtgranen, confituur, boter, kaas, parmaham, manderijn, toast en vooral lekkere koffie die nog op de ouderwetse manier met een doordrukker moest gezet worden. Dat is alweer even geleden zeg. Ik vraag de gastvrouw of ze niet samen wil ontbijten en we babbelen nog gezellig wat, het wordt al snel 9u. Dju, nu moet ik echt voortdoen.
Ik krijg nog de tip om te stoppen op de Kyle of Tongue bridge, een brug van 3,8 km lang die aan de ene kant uitzicht geeft op het binnenland en aan de andere kant dan weer op de zee.
Ik heb er alvast geen spijt van deze raad opgevolgd te hebben.
Van hieruit bol ik op een gezapig tempo richting Loch Eriboll, een 16km lang meer, aan de noordkust van Schotland. Het zonnetje schijnt en de kilometers weg, met nog hier en daar losse gravel maar weinig of geen putten meer, rolt onder de banden door.
Er was blijkbaar iemand die mijn mening deelde over Loch Eriboll en het woord GOE op de vangrail heeft geschreven, gebeurt niet dikwijls dat ik gelijk krijg. Zie je dat huisje daar trouwens ? Hoe zot zou het zijn daar te wonen?
De route volgt een groot stuk van Loch Eriboll en aan een gezapig gemiddelde van 30mph tuf ik voort, sneller is niet verstandig op wegen met losse gravel waar je toch nog wel eens rond je wil kijken. Een lokale held kruist me met wat lijkt op meer dan de limiet, you go Michael Doohan! Iets later ben ik opgelucht dat ik ”verstandiger” rijdt dan ooit het geval was … want toen deed zich het volgende voor.
Jawel, dat was voor mij. Ik kijk nog eens op mijn kmteller, neen daar ligt het niet aan, en stop vervolgens netjes, doe helm en handschoenen af en groet de agenten. Braafjes vraag ik of iets fout heb gedaan en ze lachen. Ze hielden mij tegen, net als andere motorrijders, in het kader van een bewustmakingsactie ivm de staat van de wegen en de blinde bochten. Vorig jaar zijn er helaas menig dodelijke ongevallen gebeurd op de NC500 met motorrijders als merendeel van de slachtoffers. Ze hebben een bak vol gadgets bij om uit te delen die allen in de een of andere taal ”drive left” als opschrift hebben, iets wat ik mezelf de voorbije dagen elke keer als ik op de motor stapte als soort van mantra in mijn hoofd herhaalde. Initieel zeg ik vriendelijk dat ik niks nodig heb maar ze smeken me haast om toch verschillende dingen aan te nemen, nog erger alsof hun chef hun op het einde van de werkdag beoordeelt op hoe leeg de bak is. Ik pak wat mee voor zoonlief, ik verraad nog niet wat. We slaan nog verder een babbeltje over mijn tocht en hoe het tot dusver geweest is en krijg complimenten over de motor. Uiteindelijk gaan we nog even op de foto :D.
Ik ben best wel fier op mijn eerste politiegerelateerde foto zonder gerechtelijke gevolgen. Nicola en Kenny waren trouwens de sympathieke agenten.
Op mijn vraag hoe lang het tot Smoo Cave is, is het antwoord 10 minuten. Let’s go. 10 minuten was precies geteld in prioritaire modus want ik had er een kwartier voor nodig. Ik denk dat Kenny dringend moest want toen ik aan de parking van Smoo Cave toekwam, kwam ie net van het publieke toilet.
Op de parking spreekt een man me aan, hebben we mekaar al niet gezien? Ik herken hem van in John O’Groats waar ik hem en zijn vrouw op de foto heb gezet aan de signpost. Hij is ook motorrijder en we praten natuurlijk even over de tocht en zijn motoren. Hij en zijn vrouw trekken met een Camperts rond en hebben wild gekampeerd en hij toont me trots de foto van hun camper aan een baai. Moet super zijn je zomaar te kunnen plaatsen waar het uitkomt en zo de NC500 te beleven. Wildkamperen is hier trouwens geen illegaal concept. Terug naar Smoo Cave nu.
Smoo Cave is speciaal omdat het voorste deel van de grot geërodeerd is door de zee, terwijl het diepere deel ontstaan is door een zoetwaterstroom.
En omdat een bewegende waterval leuker is …
Ik zwoeg in vol motorpak en laarzen terug de ongelijke treden op en vind een korter wegje naar de parking, hoera ! Ik check even hoe ver het nog is tot de volgende attractie … 17 mijl, dat valt wel mee. Ik laat de jas wat open want het zonnetje schijnt harder en harder. Van het weer valt niet te klagen vandaag, nog altijd niet.
Via secundaire wegen en op het laatste stukje venijnige singe tracks kom ik aan op de parking van Oldshoremore beach. Aan de parking loopt een stroompje, het is verleidelijk er even in te gaan staan maar ik scheur mijn broek liever niet aan de afspanning.
Plan B dan maar, wat eigenlijk toch plan A is. Naar het strand. Via een smal weggetje komt je boven aan het strand uit waar je kan genieten van dit zicht en nee, ik heb geen filter toegepast. Het was werkelijk zo’n mooie dag vandaag.
Ik heb me er dan maar even bij neergelegd ook. Wegens een opkomend hongertje de lokale variant van een dubbele ChaCha die ik bij het ontbijt niet had opgegeten opgesmikkeld. Dat smaakt!
Na een half uurtje of wat weer naar de parking geslenterd en vertrokken naar Kylesku bridge. Tussentijds kwam ik nog een uitkijkpunt op Assynt tegen waar nog mensen rondliepen. Nederlanders, niet de eerste noch de laatste waar ik vandaag een praatje mee sla. De meest gestelde vraag is, waar is de rest van je groep ? Heb je geen vrienden ofzo? Tja ….
Een paar mijl verder was het tijd voor Kylesku bridge, hier wordt nogal fel over gedaan maar voor mij was het wat flauw.
En ja hoor, ook hier waren ze aan het einde van de brug aan het werken. Ik ben dan teruggedraaid en weer over de brug gereden omdat een foodtruck mijn aandacht had getrokken toen ik aanreed. Aangezien de broodjes met kreeft op waren en er maar 1 ding zonder ”Chips” te krijgen was werd het de Bagel met Haloumi en chilidressing, daaronder lekker frisse groentjes met en zure dressing. Eerlijk waar één van de betere dingen die ik hier gegeten heb en dat ben ik de dames ook gaan vertellen.
Terwijl ik aan het eten ben sla ik eerst nog een praatje met een Brit die er ook van droomt de NC500 ooit met de motor te doen, tot hij terug een motor mag van zijn vrouw doet ie het met de camper. Toen dat gesprek afliep stopten er net 2 Midlanders met de motor die ook zeer geïnteresseerd waren in mijn trip. Leuke babbels, dat wel, maar het zorgt ook wel wat dat mijn schema wat krapper wordt analyseer ik ‘s avonds. Niet erg, tis vakantie 😁.
Mijn volgende geplande stop, Wailing Widow Falls, is op een fiasco uitgedraaid. Er was namelijk geen pad en het hele stuk over rotsen stappen en door modder ploeteren (vandaar het vuile pak) zag ik echt niet zitten en ik ben dan na 5 minuten teruggedraaid. Het koppel dat ik op de parking was tegengekomen ging moedig verder, ik wenste ze nog veel succes en zij mij een behouden thuiskomst. Tot hier mijn Wailing Widow falls ervaring.
Op de parking besef ik dat de volgende watervallen die ik gepland had te bezoeken wel eens van hetzelfde zouden kunnen zijn. Wat opzoekwerk later was ik eruit, ook Clashnessie Falls zou ik enkel virtueel kunnen bewonderen wegens geen geschikt pad ernaartoe.
Een beetje teleurgesteld kijk ik naar het uur en het wordt stilletjes tijd om me naar mijn verblijfplaats van vannacht te begeven, ik heb namelijk afgesproken dat ik om 17u zou inchecken en het is nog wel een pittig ritje langs single tracks, soms met hellingspercentages tot 25% en menig schaap dat over de wegen dwaalt. Met die schapen bedoel ik geen tamme chauffeurs maar echt de dieren, de weg is dikwijls van hen en je moet maar zien dat je kan stoppen. Dat heeft natuurlijk wel iets maar fnuikt de voortgang wat. Ik zet dus koers richting Drumbeg naar Croft 338 B&B. Recht tegenover de inrit van de B&B kan je hier blijkbaar nog een uitzichtpunt scoren …
Ik draai me om en rij de inrit tot aan het hek en meld me aan. De eigenaars waren al zo vriendelijk geweest me te mailen om te vertellen dat ik onderweg wat moest eten want dat bij hen in de buurt geen eetgelegenheden waren. Bij het lezen van de mail dacht ik: dat zal nog wel meevallen maar nee hoor. Kort nadat ik de sleutel mocht ontvangen weer koers gezet richting Lochinver. Hierbij passeer ik een bordje met ”Stoer Lightshouse” op. K*k, die wou ik ook nog doen vandaag maar het wordt laat, doen we morgen er wel bij denk ik. 40 minuten later over met schapen en gravel geïnfesteerde singletracks, ook weer met de mooiste uitzichten, kom ik 24 km verder in Lochinver bij Peet’s uit en stap er binnen.
Table for one ? Yes, please. Ik bestel een Ginger Beer en de Moules frites (hold the frites, can i have some bread instead please). De mosseltjes smaken en met het besef dat het nog 40 minuten karren is terug naar de B&B vertrek ik na een vlug telefoontje naar het thuisfront nu ik nog wat ontvangst heb. De enigenaar van Peet’s komt nog even naar buiten omdat ie graag de motor wil zien. What a beast was zijn mening. Looks like a cop bike was het volgende wat eruit kwam. En weg was ie na me een veilige trip gewenst te hebben. Ik weet niet wat het is maar aan de westkust lijken de mensen wat meer spontaner en praatgraag tov de oostkust.
Onderweg komt ik dus weer langs het bordje met Stoer lighthouse op en ik waag het erop, het is maar 20 minuutjes om in totaal (op en af). Je raadt het nooit, schapen en gravel kunnen van 20 minuten vlot 30 minuten maken maar ik ben er geraakt. Het zal opvallen, de vuurtorens zien er hier redelijk eender uit nl. wit en geel maar ik ben fan en het licht moest maar eens opstaan, het is namelijk al laat. Helaas geen licht maar wel een leuke plek.
Dat vond de volgende Nederlander blijkbaar ook. Toen ik aankwam vertrok hij net en keerde terug toen hij mijn Belgische nummerplaat zag. Nou, fijn nog eens Nederlands te kunnen praten tegen iemand. Hoezo dacht ik, jij bent al nr 4 vandaag. Een kort babbeltje later pak ik maar weer in en vertrek ik weer richting B&B. In een land waar het balkdonker is ‘s nachts wegens geen straatverlichting, op smalle wegen bezaaid met gravel en schapen, terugrijden lijkt me geen strak plan.
Ik parkeer me even voor het hek en rij daarna de motor binnen, had de vriendelijke gastvrouw voorgesteld. Normaliter moeten de voertuigen van de gasten buiten het hek blijven staan maar voor de motor wilde ze graag een uitzondering maken.
Tijd om uit te pakken, me te wassen, alle batterijen weer op te laden en een stukje te schrijven terwijl ik langs mijn weer proper gespoelde laarzen zit.