Hopelijk de saaiste rit van deze vakantie …
Tja, dat belooft niet veel hè …
Na een ietwat onrustige nachtrust, toch frequent wakker en dan terug moeilijk in slaap wegens wat last van de deining, dan toch maar om 6u30 eruit. Nog altijd continentale tijd want zo gaat dat blijkbaar tijdens de overtocht. Nog een beetje rondslenteren op het schip want nog geen koffiebar open en het ontbijt opent ”pas” om 7u.
Helaas hebben de stewards nog geen zicht op de aankomsttijd wegens het verlate vertrek van gisteren … The captain hasn’t communicated yet. En dat zal em nog een hele tijd niet zo zal blijken.
Intussen is het ontbijtbuffet geopend en kan ik aan de koffie. Druk is het nog niet en dat is niet zo gek aangezien de avond ervoor de meeste mensen van leeftijd zich goed leken te bedrinken en dat ”de jeugd” zich tot laat in de disco heeft opgehouden of in de gangen tikkertje leek te spelen :).
Het ontbijtbuffet is groots aangepakt en heeft voor ieder wat wils, zo lijkt het. Van eitjes tot verse groentjes en blijkbaar lusten sommigen wel frieten ‘s morgens maar dat kan dan weer aan voorgenoemd drankgebruik liggen. Ik laat het me alvast smaken (zonder frietjes) met een eitje, wat spek en lekker knapperige broodjes.
Na het ontbijt lijkt de kapitein ook zijn calculatie klaar te hebben, we zullen aankomen in Newcastle upon Tyne om 11u20 klinkt het resoluut, maar één uur later dan voorzien.
Nog wat wandelingetjes en Netflixtijd later verlaat ik de kajuit weer als muilezel met mijn 3 tassen in mijn motorpak. Het is moeilijk navigeren tussen 27 schoolbussen kinderen maar ik vind een route en geraak op dek 4 waar de motor geparkeerd staat. Hij staat nog netjes vast maar ik ben precies aan de late kant, de collega motards die ik gisteren tegenkwam zitten al op hun machine, een enkeling laat het hele dek meegenieten van zijn half-open uitlaat en geparfumeerde uitstoot, een paar zuurpruimen slaken een zucht van verlichting wanneer hij zijn brulbrommer terug aflegt omdat we nog niet dadelijk lijken te ontschepen.
Ik heb intussen nog maar altijd één van de twee spanriemen losgekregen en begin zowaar nerveus te worden. Dat ene kreng wil niet los, ik denk dat ik hetzelfde model in de Action heb zien liggen vorige week, gene zever. Mij houden ze niet hier denk ik en grijp in de toolbox naar mijn multitool, mesje uitplooien en zwiep .. dag riem. Prompt schiet mijn motor uit zijn vering en rijst hij statig zoals het hoort. Nu nog langs de verkeerde kant er weer opkruipen. Lesson learned: zet em maar wat verder van de stalen wand de volgende keer, net zo makkelijk.
10 minuutjes later zakt de vloer vooraan op het dek en mogen we ervanaf. Netjes in een rij tot aan de paspoortcontrole en daarna tot bij de douane. Niets te declareren? Nee jong, ik heb zelfs maar net genoeg onderbroeken kunnen laden, wat zou ik nog bijhebben? Om 12u ben ik eindelijk buiten de DFDS terminal en kan ik me nog even aan de kant zetten om het thuisfront op de hoogte te houden.
Intussen groeit het besef dat mijn geplande trip vandaag nogal ambitieus was, zeker als je al met vertraging kan vertrekken. OK, dan maar saai en kilometers maken maar The Kelpies in Falkirk, die wil ik wel zien. Het zullen vele autosnelwegkilometers worden aangevuld met enkele secundaire wegen maar die 499 km tot Fort Augustus moeten eraan.
Ondanks het snijden in mijn rijtijd doe ik toch even het obligate stopje aan de grensovergang. Geweldig om zo welkom geheten te worden. Leuk ook dat de helft van de chauffeurs die voorbijrijden enthousiast op hun claxon zitten te meppen.
Kort na de grensovergang toch maar eens voldoen want van het rijbereik schiet niet meer veel over maar goed, wat moet dat moet. Één groezelig tankstationnetje, drankje en suikerwafel later (tijd voor een middagmaal is er nu eenmaal niet) ben ik weer goed op weg. Ik tel de kilometers af tot in Falkirk en volg de route die ik ingesteld heb op de gps ondanks de onwijs grote borden die je naar ”All attractions” proberen te lokken via de geijkte wegen. 2 industriezones en een verboden weggetje later kom ik aan de parkeerwachtster die me vriendelijk zegt maar eerst de motor te parkeren en dan terug te komen om te betalen. Zo gezegd, zo gedaan … of niet ? Aan de intentie om te betalen lag het alvast niet maar het kastje van de parkeerwachtster kon niet met mijn smartphone overweg en ze hield het dan maar bij: oh well, it’s only a pound. You can park for free today. Mijn poging om cash te betalen viel in dovemansoren. Op naar the Kelpies dan maar.
Indrukwekkend zijn ze wel, ‘s werelds grootste paardensculpturen. Ze zijn een hommage aan Schotland’s paarden. In de Schotse folklore zijn Kelpies gevaarlijke van gedaante wisselende watercreaturen die op land de vorm van een paard aannemen. Ze verleiden zogezegd slachtoffers om op hun rug mee te rijden om ze dan mee te nemen naar een watergraf. Je zou het niet zeggen als je ze hieronder ziet.
Na de gratis parking en The Kelpies weer en route naar Fort Augustus, het is nog wel een eind.
Totnogtoe ook vandaag weer niet over het weer te klagen, zonnig met een paar druppeltjes verfrissende regen. Het kon erger … het wordt erger.
Het gaat intussen gestaag omhoog en de temperatuur zakt van een aangename 11 graden richting 6 graden en bij momenten zelfs naar 3 graden. Toch maar even stoppen om de binnenlaag van de jas ook toe te ritsen. Handvat- en zadelverwarming op een pittig niveau en ik kan er weer even tegen. De vergezichten worden met de kilometer mooier, helaas wordt het ook natter en krijg ik gedurende een kilometer of 3 ook wat smeltende sneeuw en hagel voor de kiezen. Het is nog altijd maar april en ik zit in Schotland, what did i expect?
Hier in Schotland lopen wat proefprojecten en eentje daarvan is dat vrachtwagens 10 of 20 mijl trager dan de gangbare snelheidslimiet moet rijden. Dikke k*k als het regent en er haast geen mogelijkheid is om voorbij te steken, gelukkig doen zich geregeld momenten voor om even te stoppen en te bezinnen zoals hier aan het veteranenmonument.
Van hieruit is het nog maar goed 30 mijl tot de B&B waar ik vannacht verblijf dus weer het gas erop, die vrachtwagens zijn allang weg.
Bijna de volle 30 mijl aan de snelheidslimiet kunnen rijden, niet slecht als afsluiter in de regen. Tegen 30 mijl rij ik Fort Augustus binnen en volg de GPS langs single tracks tot het punt waar ie zegt dat ik mijn bestemming binnen 110m bereikt heb.
Tiens, dat herinner ik me niet van de foto’s die ik gezien heb toen ik geboekt heb. Eén vriendelijke Schot en zijn hond later ben ik wel op de juiste weg naar Achterawe House, een tot B&B omgebouwde boerderij waar ik vannacht verblijf.
Een kort gesprek met de eigenaren leert me dat de meeste restaurants sluiten om 20u en het is intussen al 19u10. Snel de tassen op de kamer, een korte rondleiding en deze jongen is weer weg naar Fort Augustus om op krachten te komen.
Het eerste restaurant dat ik tegenkom lijkt goed vol te zitten en ik twijfel geen seconde, ik parkeer, stap binnen en vraag of ze nog een plekje hebben voor 1. Dat lukt nog hoor ik terwijl ze al een stoel aanwijzen en de kaart in mijn handen duwen. Lang moet ik niet twijfelen, wat ik al lang wil proberen staat op de kaart … Haggis. Ik bestel en men deelt me mee dat helaas de puree op is en dat ze bij alles frieten serveren vandaag. Maakt niet uit zeg ik, het is om de Haggis te doen. Verstandig als ik ben drink ik er een colaatje bij :).
Door velen verfoeid maar echt best wel lekker, ook zonder frietjes. Ik zou zeggen: don’t knock it before you tried it.
Het restaurant zag er best wel leuk uit vanbuiten ook dus moest je in de buurt zijn … het is een aanrader.
In het buitengaan zag ik een sluizencomplex en leerde ik dat door Fort Augustus het 107 km lange Caledonische kanaal loopt dat Inverness, aan de Schotse oostkust (Noordzee), verbindt met Fort William aan de Schotse westkust (Atlantische Oceaan). Dit kanaal loopt door 4 natuurlijke meren, namelijk Loch Locy, Loch Oich, Loch Ness en Loch Douchfour.
Saai ? Viel best nog wel mee hoor.
Nog wat sfeerbeelden: