De dingen lopen niet altijd zoals (lang tevoren) gepland, zo zal vandaag maar eens te meer blijken.
Geeuw, het is 7u wanneer de wekker afgaat. Ik heb goed geslapen hier in Schichallion B&B, vernoemd naar een berg op een dik uur rijden van de B&B. Koud was het wel maar dankzij een extra dekentje met het typische tartan patroon heb ik er weinig last van gehad.
Zoals afgesproken is het ontbijt om 7u30 klaar. George is zo vriendelijk geweest om al eens voor mij te kijken en weet me te vertellen dat het weer koekenbak is op de weg rond Edinburgh, ge gaat uw tijd nodig hebben om daar door te geraken weet hij mij te zeggen.
First things first George, breakfast. Het ontbijt is basic maar ik laat het me smaken, straks op de ferry is het toch weer vollen bak buffet denk ik. Wist ik veel dat het toch nog langer dan voorzien zou duren vooraleer ik aan het avondeten kon beginnen.
Het is echt nog vroeg ten opzichte van vorige dagen dat ik ontbijt. Ik begin wat op de kaart te snuisteren terwijl ik mijn tweede tas koffie drink en in de zoektocht naar uitwijkmogelijkheden gaat mijn vinger weer over Falkirk. Weet je nog wel, van de Kelpies ? Er is in Falkirk nog een bezienswaardigheid waar ik die eerste dag, omwille van de 500 af te leggen kilometers, aan voorbij ben gegaan. De geplande stops aan de Ramshope grensovergang en Bow Castle schieten er dan wel over. Van dat laatste heb ik er al genoeg gezien en de eerste zijn, zo het schijnt, toch maar 2 grensstenen motiveer ik al halvelings mijn eventuele alternatieve route.
The Falkirk Wheel, vraag ik aan George, is dat de moeite ? Man, dat moet je gezien hebben antwoordt hij enthousiast. Hij suggereert ook om daarna een stuk de snelweg richting Glasgow te volgen en dan voor Glasgow weer weg te draaien richting M8 om vervolgens via de A71 enzovoorts weer richting Newcastle te draaien. Merci George, no brainer dus, The Falkirk Wheel it is.
Ik pak mijn bagage in de koffers van de motor en wil snel vertrekken maar George wou me nog een paar dingen vertellen over hun curlinggeschiedenis en het vrijwilligerswerk dat ze doen. Beleefd luister ik een tijdje en ben zo meegaand mogelijk maar nu moet ik echt vertrekken George of The Falkirk Wheel wordt een ”flyby”. Ne gehaaste mens is iets vies.
Roffel klinkt het, de motor heeft er zin in en ik ook. Een kleine 40 minuten later draai ik de immense parking van The Falkirk Wheel op, hier verwachten ze wat volk op een dag denk ik. Ik rij door tot aan de ingang waar een klein poortje openstaat. Buiten het oudere koppel in de camper vlakbij is hier geen spoor van leven. Ik rij terug naar de parking, stal de motor en wandel terug naar voorgenoemd poortje en ga binnen. Ik lees dat de ”attractie” pas om 10u opengaat. Voor actie is het te vroeg maar ik kan je vertellen dat deze draaiende scheepslift schepen toestaat een hoogteverschil van 35 meter te overbruggen op 5 minuutjes tijd. Ronduit indrukwekkend.
Op de parking controleer ik nog even de verkeersstoestand rond Edinburgh en alle problemen zijn wonderwel opgelost. Ik moet dus niet meer richting Glasgow wat een klein stukje de verkeerde richting op is. Ik waag het erop en ga de M9 op om daarna probleemloos kringel krangel via kleine wegen onder Edinburgh uit te komen. Ik ga in Coldstream, net voor de grensovergang, nog tanken en een Ritter Sport binnensteken want het is haast middag. Stops zijn schaars op deze rit. Ik stop verder nog 3 keer, 2 keer voor een foto te nemen van iets leuks dat ik gezien heb en 1 keer om wat ballast achter te laten.
Zo kan ik mijn weg snel naar beneden tot North Shields, grotendeels over mooie slingerwegen doorheen het prachtige landschap, vervolgen.
Het is haast 14u en ik bel nog rap even naar thuis om te laten weten dat ik goed aan de terminal ben aangekomen en dat ik ”sebiet” de boot opga en bijgevolg er dus radiostilte zal volgen. Ik passeer de eerste controle waar ik mijn boardingpass krijg en mag aansluiten in rij 1, achter 2 andere motoren. Los van nog een handvol auto’s is hier nog niet veel te zien.
Ik stap af en ga een gesprekje aan met de 2 Duitse motards voor mij. Één ervan is een uitgeweken Nederlander, dat scheelt al een vertaalslag maar ik doe toch mijn best om ook Duits te praten met zijn compagnon. Daar moet je dus voor in de UK zijn, om daar uw Duits te oefenen. Blijkbaar hebben zij 2 weken in Oban gelogeerd om van daaruit allerlei uitstappen te doen. We gaan mekaar nog beter leren kennen, we gaan er de tijd voor hebben. In plaats van om 15u gaat pas om 16u de eerste poort open en mogen we door naar de douanecontrole.
Achter ons staat intussen de gehele aanrijzone propvol auto’s en campers. Vorig jaar hadden ze hier in de regen staan wachten, nu scheen de zon tenminste hadden ze me verteld. De twee heren voor mij mogen hun bagagetas afnemen en opendoen voor controle. Allez denk ik, we zijn al zo laat en nu gaan ze nog met de kam erdoor gaan. Mijn beurt, ik rij tot aan dezelfde dame die net de twee collegamotards heeft gecontroleerd en ze vraagt me of ik een mes bijheb. Ja, zeg ik eerlijk, zo een aan een multitool (die waarmee ik de weerspannige riem heb gemold toen ik van de boot wou). Mag ik het zien ? Ik zal zoeken vertel ik haar, het ligt ergens helemaal onderin. Intussen staat het halletje waar de controles gebeuren propvol en ik ben nog altijd nerveus aan het hooien in mijn tas. Sorry, ik vind het niet direct. Een multitoolmes he vraagt ze. Jup. Rij maar door dan, moet nie meer zoeken. Owkee denk ik en ju, vooruit met de geit. Iets na de poort zijn de Duitsers hun tas nog tegoei weer in aan het pakken en zegt er ene van: Was war das für ein Theater! Nou, die is boos.
We mogen weer 50 meter verder tot de volgende lijn, het is intussen 16u15 en het schip lijkt zelfs nog niet tegen de kade te liggen. Het duurt nog een uur ofzo eer het schip tegen de kade ligt en nog een stuk langer tot de oprijhellingen zakken tot op de kade. Wat is hier allemaal loos ? Informatie krijgen we niet. Het begint zo lang te duren dat er mensen in de wachtrij hun campingvuurke in gang zwieren en water beginnen te koken om thee te zetten. Ik ben intussen aan de praat geraakt met de Ierse bende van 6 achter mij. Allen met de motor onderweg naar de TT van Asse. ”Oi meet, y’ as a bimmer swell. Ca y’ elp my man ot coupling is pheeeeuuune ?” Excuse me ? Haast iedereen die ik totnogtoe tegengekomen ben was goed verstaanbaar in het Engels maar Ieren zijn zo wat gelijk onze West-Vlamingen. Rotsvast ervan overtuigd dat ze AN spreken en iedereen die hen niet verstaat heeft k*k in zijn oren. Mijn oren acclimatiseren zich en mijn brein vult de gaten in. Blijkbaar had zijne kameraad problemen om zijne smartphone te koppelen met de TFT van zijne BMW F900XR en zou ik, omdat ik ook een BMW had, hem misschien kunnen helpen. Zijn account was nog niet geactiveerd en dat heb ik hem uiteindelijk toch met handen en voeten kunnen uitleggen. We kletsen nog wat en de initieel boerse Ieren met veel shit, fuck en andere swear words in hun zinnen blijken fijne kerels te zijn. Toen het wachten heel lang begon te duren en de beambten met water begonnen rond te gaan kwamen ze me wat te eten presenteren. Er werden trouwens in de wachtrij wel meerdere dingen aangereikt van vreemden aan vreemden, leuk om te zien. Zelf heb ik mijn zakje Napoleonnekes opgeofferd. Nog zoiets wat ik meegenomen heb uit België om helemaal niet open te doen, tot dan.
Intussen rijdt men een hele hoop trailers het schip op en mogen vrachtwagens ook al beginnen aan te schuiven. Het zwaarste moet vanonder, ik zou het niet anders willen en we wachten nog tot we om 19u met de motoren het schip op mogen. We hadden al anderhalf uur geleden vertrokken moeten zijn maar ”It is what it is”, iets wat we de laatste uren meerdere malen tegen elkaar hebben gezegd.
We mogen de motoren langs en tussen de reeds binnengereden trailers wurmen en vastleggen. Ik leg de motor vast met 4 straps deze keer, 2 kruiselings over het zadel en nog eens 2 aan de valbaren en bagagerek, zo die kan niet weg. Het alarm heb ik al uitgeschakeld vooraleer ik het schip opreed, een dfds-advies dat je best kan volgen want toen ik later die avond nog eens op de benedendekken passeerde hoorde ik een aantal autoalarmen lustig loeien. Die dingen gaan blijkbaar af bij de minste deining. 2 tassen neem ik mee voor wie het zich afvraagt, mijn tanktas en de dagtas. Ik ben erin geslaagd mijn voorbereiding dusdanig te doen dat ik mijn plan kan uitvoeren. Ik kijk nog even voor de zekerheid, ik sta op dek 3.
Intussen weet ik al redelijk hoe zo’n schip in mekaar zit en ik vind vlot mijn weg naar dek 7 en de kajuit. Eindelijk dat pak uit na zo’n lange dag. Opfrissen en linea recta naar het restaurant. Helaas krijg ik een tafel toegewezen in de buurt van een zootje ongeregelde Nederlandse jeugd die op taalbad waren geweest in Newcastle. De leerkrachten zaten er wat verder onbewogen bij. Dat laatste begrijp ik wel als je de hele dag moet horen van: mefroooooouw, die heeft dit. Mefroooooooouw, mag ik dat? Je zou voor minder in standby modus gaan. Ogen open maar de gebruiker had al lang uitgelogd.
Een puinhoop achterlatend vertrekt de jeugd eindelijk om verstoppertje te gaan spelen op het schip ofzo. Oef, ik kan toch nog een stukje rustige beleving hebben. Na het avondmaal ga ik nog een rondje wandelen op het dek en kom ik één van de Duitse motards tegen. Hij heeft zich de moeite nog niet getroost om zijn pak uit te doen, zu müde, weet hij mij te vertellen. Schlafen gehen weet ie nog net uit te brengen en weg is ie. Goed idee vind ik, dat doe ik ook. Ik ga naar de kajuit en onderweg zie ik nog een paar van de Ieren, al goed aan het hijsen. Ik denk er het mijne van en kruip mijn bed in, zet nog een netflixke op en val halverwege de film in slaap. Zzzzzalig.
Nog wat sfeerbeelden: