Tuutuutuut, de wekker gaat om 8u af. Jawel 8u en niet vroeger. Heb ik wel verdiend vind ik na de pittige rit van gisteren. Na de onrustige nacht op de ferry heb ik nu wel goed geslapen, doet ferm deugd. Ik moet trouwens vandaag maar 220km rijden, het blijft een vakantie hè.
Auchterawe House is een B, de &B was er niet bij maar voor de prijs kan ik niet klagen. De Haggis van gisteren houdt nog wel even tegen en samen met een tas koffie die je wel op de kamer kan maken, steek ik nog een ontbijtreep binnen.
Optuigen, afscheid nemen en de poort door, de Oostkust wacht op me.
Eerste stop, het sluizencomplex waar ik gisteren na mijn restaurantbezoek op ben uitgekomen. En toevallig zijn er net boten aan het passeren wanneer ik toekom.
Op naar de tweede stop: Loch Ness Centre, in Drumnadrochit, een half uurtje verderop. Een mooie rit op de A82 langs de westkant van Loch Ness met onderweg wat stoplichten wegens wegenwerken. Blijkt later vandaag dat dat niet het enige is waar de Schotten aan werken dees dagen…
Aangekomen in Drumnadrochit stop ik even aan een souvenirwinkel om dan door te rijden naar Loch Ness Centre waar ik gehoopt had wat meer over de geschiedenis van Loch Ness te leren maar helaas … ook aan het Loch Ness Centre zijn ze hier aan het werk. Ik bespaar je de beelden van het betere stellingwerk, daarvoor ben je hier niet vermoed ik. Dan maar verder zeker, voor de rest vind je in Drumnadrochit voornamelijk pluchen Nessie’s, Nessie’s op koffietassen, Nessie’s op t-shirts, enfin, vul maar aan.
Ik heb trouwens mijn hele rit langs Loch Ness geen enkel wazig monster kunnen bespeuren, het gerucht gaat dat je dit enkel kan met de magische krachten die een paar glazen whisky te veel je geven.
Gelukkig is er wat verderop een viewpoint op Urquhart Bay waar ik wel mijn hart kan ophalen.
Onder licht gedruppel rij ik verder richting Inverness waar het kasteel op me wacht … Maar niet zonder eerst te stoppen voor een cappuccino en een roll met black pudding bij Al Talla, een verzamelpunt voor rondvaarten op het meer. Het is immers al bijna 11u.
Intussen is het harder gaan regenen en haast ik me naar Inverness waar de regen wonderwel stopt. Oef, nu dat kasteel zoeken. Gevonden !
K*k, hier zijn ze ook aan het werken. Niet dat ik van plan was binnen te gaan maar ik had er graag wat meer van gezien. Een snelle babbel met één van de arbeiders van de site leert me dat men nog renoveert tot september 2024, ”at best”. Voor wie het van plan was te gaan bezichtigen, stel het nog maar even uit ;).
Waar ik wel om kan glimlachen is dit:
Het bordje dat me vertelt dat ik begin aan waarvoor ik gekomen ben, de North Coast 500 mijl, met af en toe een zijsprongetje. Één zo’n zijsprongetjes is Fyrisch monument, of toch alvast de rit naar de parking van het beginpunt van de 2 uur durende wandeling ernaartoe. Zoals je al kan raden heb ik geen 4u van mijn dag gespendeerd aan het in motorpak begaan van een bospad. De rit over een zacht stijgende single track was ook al de moeite waard.
Vlak voor de single track naar de parking van Fyrisch monument heb ik voor de eerste keer in mijn leven de overweg over het spoor zelf mogen/moeten bedienen. Blijkbaar kan dat hier, zijn de mensen nogal gedisciplineerd. De zware boetes voor het niet terug sluiten van de hekken zullen er ook wel voor iets tussenzitten denk ik.
Gaan gelijk Benny Hill 😀 .
Terug de NC500 volgend rij ik naar Portmahomack dolphin viewpoint. Portmahomack is een feeëriek kuststadje, bekend voor, je raadt het nooit, dolfijnen spotten. Ik heb rustig een tijdje gewacht, samen met mensen met straffe verrekijkers maar de dolfijnen lieten zich niet zien. Een enkele zeehond wel, heeft men mij verteld, ik had em net gemist.
Intussen gaat het richting 15u en begeef ik me naar Dornoch beach waar een kille wind het effect van het zonnetje dat intussen is doorgebroken verzwakt. Desalniettemin een aanrader, Dornoch beach. Zijt niet te braaf moest je het gaan bezoeken en stop niet op de eerste parking maar volg het weggetje helemaal ten einde en je komt dit tegen, zalig toch?
12 mijl en een hele lange brug verder kom in aan op het domein van Dunrobin Castle. Een prachtig landgoed met dito kasteel en tuinen. Ik wandel even binnen zonder de intentie om er uren rond te dwalen maar men meldt dat het sluitingsuur is (16u nota bene) maar dat ik wel welkom ben om de tuinen te bezichtigen. Zijn ze al eens niet aan hun erfgoed aan het werken, dan sluiten ze vroeg die Schotten.
Ik wandel op het gemak terug naar de parking om intussen nog even met het thuisfront te bellen en me klaar te maken voor de laatste kilometers van de dag tot Helmsdale waar ik verblijf in het Navidale House Hotel.
Eerst stop ik echter in het centrum van Helmsdale (zo groot dat als je met de ogen knippert je erdoor bent gereden) bij ”La Mirage” om de innerlijke mens te versterken. Het tweede nationale gerecht moet eraan vandaag, nl de Fish & Chips. Inderdaad, weeral chips, die ik deze keer grotendeels laat liggen. De vis is nog lekker sappig en het beslag is lekker dun en krokant, smaakt goed samen met de erwtjes. Wel wat veel, volgens mij was het walvis.
In het restaurant aan de babbel geraakt met een koppel dat speciaal van Thurso afkomt naar La Mirage om fish & chips te eten omdat die daar zo goed is (of was het omdat het veel is), das wel een uur enkel rijden hé. Ze wisten me te vertellen dat de wegen zeer slecht worden naarmate je noordelijker trekt, met serieuze plakken gravel op de weg en dat het goed uitkijken is voor de tractoren die maar 35mph rijden op een 60mph weg en dat je die liever niet in een blinde bocht tegenkomt. Ik zal maar conservatief rijden morgen.
Op naar het hotel nu. Eens aangekomen manoeuvreer ik me op een plekje op de parking waar de hellingsgraad er niet voor zorgt dat de moto omkletst bij het minste zuchtje wind en meld ik me aan. Een vriendelijke eigenaar verwelkomt me hartelijk, informeert hoe de rit tot dusver was geweest en toont me de kamer. Hoe laat wenst u morgen te ontbijten? Ik denk, niet te vroeg, 8u30 zal wel goed zijn met de 200km die ik morgen maar moet doen.
Nog wat sfeerbeelden: